




Wanneer is het Hanzebloed gaan stromen?
[Bron: https://npofocus.nl/artikel/7600/wat-is-de-hanze | Niek van Lent]

[Kaart:Door Doc Brown - eigen werk (own work) + Base map from: File:Europein1328.png by Afterword, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=5490716]
Steden in het oosten van het latere Nederland floreren terwijl Amsterdam en Rotterdam nog piepklein zijn. Het economisch hart van Nederland ligt in de late Middeleeuwen grotendeels aan de IJssel. Daar bloeit de handel en dat is te danken aan een handelsverbond: de Hanze. Wat is dat voor organisatie? En wat zijn Hanzesteden?
Wat is de Hanze?
Van de twaalfde tot de zestiende eeuw zijn Zutphen, Deventer, Tiel, Kampen, Zwolle en andere steden, vooral aan de IJssel, belangrijke en welvarende centra van handel. Handelaren in die steden zijn lid van het Hanzeverbond. Een Hanze (of: Hanza) is oorspronkelijk een samenwerkingsverband tussen kooplieden, in verschillende steden, die dezelfde producten verhandelen.
Vanaf de twaalfde eeuw groeit de economie in verschillende Noord-Europese steden. De handel wordt echter vaak belemmerd door tolheffingen en door rovers. Door samen te werken kunnen handelaren de kosten drukken, op grotere schaal inkopen of verkopen en zich samen wapenen tegen dreigingen. Dat doen ze in verbonden, die de economie stimuleren.
In 1356 gaan hele steden - dus niet alleen handelaren - samenwerken in de Hanze. Dat wordt besloten op een vergadering in Lübeck, een stad in het latere Duitsland. Op het hoogtepunt reikt het netwerk van het West-Russische Novgorod tot aan Londen. Tussen die steden probeert het verbond zoveel mogelijk handelsbelemmering te slechten. De Hanze handelt ook met partners buiten het eigen gebied, bijvoorbeeld met Spaanse steden.
Hoe ziet de handel van de Hanze eruit?
Kooplieden van de Hanze handelen voornamelijk in zout, graan, hout, ijzer, vis (haring en stokvis), wijn, bier en dierenhuiden. Ze vervoeren hun goederen vooral over zee en over rivieren. Daarvoor gebruiken ze 'koggeschepen', van vijftien tot dertig meter lang. In het laadruim van een kogge passen ongeveer tweehonderd tonnen met goederen. Een Hanzeschip heeft verder een rood-witte wimpel aan de mast hangen. Daaraan kan je zien dat het tot het netwerk behoort.
Omdat de Hanzeschepen veel mooie en dure handelswaar vervoeren, zijn ze een geliefd doelwit voor piraten. Als die erin slagen een Hanzeschip te kapen, zijn ze in één klap rijk. Daarom krijgen koggen gewapende bescherming. De Hanze gaat ook de strijd aan met edelen die de handel belemmeren, bijvoorbeeld door hoge tollen te heffen. Kampenaren hebben om die reden ooit de stenen van de tweede Brandaris aan Terschelling geschonken om zich op die manier te vrijwaarden van tol.
De Hanze probeert een monopoliepositie te verwerven door concurrenten uit te schakelen en andere opkomende handelscentra te onderdrukken. Ook bemachtigen Hanzeleden voor bepaalde goederen het recht van stapel: goederen die via een stad worden vervoerd, moeten daar worden opgeslagen, en ze moeten er ook te koop worden aangeboden.
Waar zien we de erfenis van de Hanze?
In de noordelijke Nederlanden wordt de meeste handel gedreven aan de IJssel, maar ook andere steden bloeien op. De grootste Nederlandse Hanzesteden zijn Kampen, Zwolle, Deventer, Zutphen en Tiel. De steden floreren door de handel en worden verrijkt met stadsmuren, koopmanshuizen, opslagplaatsen en talloze andere gebouwen. Veel van deze gebouwen blijven goed bewaard en daardoor is de erfenis van de Hanze nu nog goed te zien; ook in kleinere Hanzesteden zoals Doesburg.